Berichten

Zakelijke maaltijd van de baas onbelast?

Ook onder de werkkostenregeling kunt u onbelast zakelijke maaltijden vergoeden of verstrekken aan uw werknemers. Maar wanneer is een maaltijd zakelijk? Vrij eenvoudig ligt het als de maaltijd een onderdeel is van tijdelijke verblijfkosten. De maaltijd is dan zakelijk. U kunt hierbij denken aan een lunch of diner buiten de deur tijdens een zakelijke bespreking met klanten. Maar ook aan de maaltijd van een vertegenwoordiger onderweg of maaltijden genuttigd tijdens dienstreizen.

Als de maaltijd een ‘meer dan bijkomstig’ zakelijk karakter heeft, kan deze ook onbelast worden vergoed of verstrekt. Hiervan is sprake als een werknemer door zijn werk tussen 17.00 en 20.00 uur niet thuis kan eten. Dus bijvoorbeeld bij overwerk of werken tijdens koopavonden.

Source: Nieuws

Loonheffing te laat betaald, geen boete

U weet dat u de loonheffing (en de BTW) op tijd moet betalen. En dat op tijd betekent: bijgeschreven bij de Belastingdienst. Door omstandigheden kan het gebeuren dat u te laat bent. Dan kunt u een betaalverzuimboete krijgen. Maar die krijgt u niet altijd. Hoe zit het ook alweer?

Er is een coulancetermijn die 7 kalenderdagen na de uiterste betaaldatum eindigt.

U krijgt geen boete als u binnen de coulancetermijn betaalt en de vorige aangifte op tijd en volledig hebt betaald. U krijgt wel een verzuimmededeling.

Als u nu binnen de coulancetermijn betaalt, maar de vorige aangifte te laat of niet volledig betaalde, dan krijgt u nu wel een betaalverzuimboete. Die krijgt u ook als u nu na de coulancetermijn betaalt.

De betaalverzuimboete bedraagt 3% van het te laat betaalde bedrag, met een minimum van € 50 en een maximum van € 5.278.

Tip: Bij tijdelijke betalingsproblemen kunt u onder voorwaarden telefonisch uitstel van betaling vragen voor een periode van maximaal vier maanden. U kunt dan daarnaast bezwaar maken tegen de automatisch opgelegde betaalverzuimboete. 

Source: Nieuws

Zzp-er vervangt werknemer tijdelijk

Eén van uw vaste krachten is tijdelijk uit de running. U kunt een uitzendkracht inhuren, een zzp-er tijdelijk de werkzaamheden laten verrichten of iemand tijdelijk in dienst nemen. Als u kiest voor de zzp-er, wordt die dan per definitie als werknemer beschouwd, met alle gevolgen van dien? Een belangrijke praktijkvraag.

Volgens de staatssecretaris van Financiën ligt het erg eenvoudig. Elke arbeidsrelatie wordt op zijn eigen fiscale merites beoordeeld. Dat geldt ook bij tijdelijke vervanging van iemand die in loondienst is. De beoordeling of er geen dienstbetrekking aanwezig is, staat los van de vraag of het gaat om tijdelijke, structurele of variabele werkzaamheden. Indien de invaller hetzelfde werk doet op dezelfde wijze en onder dezelfde voorwaarden en omstandigheden als de werknemer die wordt vervangen, is er sprake van een dienstbetrekking. Als de voorwaarden en omstandigheden verschillen, kan de invaller wel degelijk buiten dienstbetrekking werken.

Tip: Maak met de vervanger afwijkende afspraken, liefst op basis van een gepubliceerde modelovereenkomst.

Source: Nieuws

Belastingvrije hond

Dirk-Jan gaat in zijn BV een hondenfokkerij starten. Hij verkoopt één van zijn honden aan de BV en doet namens de BV aangifte hondenbelasting. Zo kan hij de aanslag hondenbelasting immers als kosten van de BV in aftrek gaan brengen. Tot zijn stomme verbazing krijgt hij vervolgens toch de aanslag van € 71 in privé. De gemeente is van mening dat een BV geen houder van een hond kan zijn.

Dirk-Jan laat het er niet bij zitten. Het is voor hem een principekwestie. Hij gaat tot de hoogste rechter. Die geeft hem gelijk. Een BV kan best een hond houden. De stelling van de gemeente dat alleen natuurlijke personen de macht kunnen uitoefenen over een hond is onjuist. 

Let op: De gemeente kan dus aan een BV ook een aanslag hondenbelasting opleggen. In dit geval was dat niet gebeurd. 

Source: Nieuws

Zelfstandige paprikaplukker in loondienst?

Karel heeft een uitzendbureau in de agrarische sector. Vanwege de crisis gaat hij zelf een aantal jaren  bijna fulltime aan het werk bij een paprikakwekerij. Bij een tweede kwekerij werkt hij in vier jaar slecht 38 uur. Hij plukt, sorteert en snijdt paprika’s tegen een vast bedrag per uur. Dat doet hij persoonlijk op vaste tijden, 40 uur per week. De invulling van zijn werk kan Karel niet zelf plannen. Hij heeft wel, voor het uitzendbureau, geïnvesteerd in een busje en gereedschap. Reclame maakt hij niet. Een actuele vraag: werkt Karel bij de kwekerij als fiscaal ondernemer of is hij in loondienst?

Volgens de rechter is sprake van loon uit dienstbetrekking. Er is persoonlijke arbeid, er is loon en er is een gezagsverhouding met de kweker. De investeringen zijn gedaan in een periode van het uitzendbureau. De positie van Karel verschilt niet wezenlijk van die van werknemers van de paprikakweker. Het maakt niet uit dat Karel ook een uitzendbureau heeft waarmee hij in eerdere en latere jaren winst uit onderneming behaalt.

Let op: Dat Karel in de eerste drie jaren als paprikaplukker steeds een VAR-WUO heeft ontvangen, is volgens de rechter ook niet van belang.

Source: Nieuws

Oma als gastouder

Oma werkt vier dagen in de week als gastouder voor drie kleinkinderen. Daarvoor ontvangt ze via een gastouderbureau een vergoeding. Haar inkomen geeft oma aan als winst uit onderneming, inclusief zelfstandigenaftrek, startersaftrek en de MKB-winstvrijstelling. De Belastingdienst corrigeert deze extra aftrekposten. Van ondernemerschap zou geen sprake zijn. Wat zegt de rechter?

Oma heeft  1 opdrachtgever, het gastouderbureau. Dan kun je best ondernemer zijn. Maar andersom  leidt het hebben van 1 opdrachtgever niet automatisch tot ondernemerschap. Daarvoor is meer nodig. En daar gaat het mis voor oma. Ze loopt geringe risico’s, haar investeringen zijn zeer beperkt, de opbrengsten en kosten zijn ieder jaar relatief gering, ze is uitsluitend gastouder voor haar eigen kleinkinderen en heeft op  geen enkele wijze aan acquisitie gedaan. Het inkomen is wel belast, maar zonder de voordelen (aftrekposten) van fiscaal ondernemerschap.

Source: Nieuws

Toch naheffing in overgangsperiode DBA

Over de periode 1 mei 2016 tot en met 1 mei 2017 legt de Belastingdienst aan de opdrachtgever geen naheffingen op, als blijkt dat een zzp-er toch in dienstbetrekking is. Dat is de hoofdregel in de overgangsperiode voor de Wet DBA. Daarop zijn drie belangrijke uitzonderingen. Wanneer kunt u toch over de periode tot 1 mei 2017 met een naheffing worden geconfronteerd?  

Uitzondering 1

Voor 1 april 2016 werkte de zzp-er basis van een VAR-WUO of VAR DGA, terwijl feitelijk sprake was van een dienstbetrekking. De vrijwaring van de VAR is vervallen. Toch gaat u door alsof er niets gewijzigd is. U onderneemt geen enkele actie om de arbeidsrelatie zodanig te wijzigen dat buiten dienstbetrekking wordt gewerkt. U onderhandelt niet over een nieuwe (model)overeenkomst.

Uitzondering 2

U hebt (a) voor 1 februari 2016 controle gehad en de Belastingdienst heeft u (b) voor die datum schriftelijk medegedeeld dat de arbeidsverhoudingen geduid moeten worden als dienstbetrekking. Bovendien stelt (c) de Belastingdienst na 1 april 2016 vast dat de feiten en omstandigheden nog overeenkomen met die ten tijde van de controle. En (d): u kunt niet aannemelijk maken dat u inmiddels inspanningen hebt verricht om de werkwijze te veranderen zodat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.

Uitzondering 3

De Belastingdienst stelt dat sprake is van opzet of grove schuld volgens de voor 1 mei 2016 al bestaande beleidsregels. U wordt, eenvoudig gezegd, beschuldigd van fraude. 

Source: Nieuws

Verhuur onroerend goed aan onderneming partner

Francien verhuurt onroerend goed aan haar man, Frank. Hij gebruikt het in zijn bedrijf. In zo’n geval is het onroerende goed geen belegging in Box 3, maar rendabel gemaakt vermogen in Box 1. Dat betekent onder meer dat de waardestijging progressief belast is. Wanneer? Bij verkoop van het onroerend goed of als de verhuur aan de gelieerde ondernemer stopt. Maar als Francien toetreedt als vennoot tot het bedrijf van Frank, moet ze dan ook afrekenen over de waardestijging? Volgens de Belastingdienst wel. Het ging over een waardestijging van ruim € 280.000. Wat zei de rechter?

De hoogste rechter denkt er gelukkig heel anders over. Het onroerend goed van Francien gaat, zodra ze toetreedt tot de VOF, tot haar fiscale ondernemingsvermogen behoren. De wet kent een doorschuifregeling die in dit soort gevallen gewoon van toepassing is. Francien hoeft dus niet bij toetreding af te rekenen over de waardestijging.

Let op: Het onroerend goed is tegen de doorgeschoven boekwaarde ondernemingsvermogen geworden. In de toekomst rekent Francien wel degelijk fiscaal af over de eventuele meerwaarde.

Source: Nieuws

Bewijs uw 1.225 uren als ondernemer

Als ondernemer hebt u bijzondere aftrekposten: de oudedagsreserve, de zelfstandigenaftrek (plus drie jaar startersaftrek) en de MKB-winstvrijstelling. Daarvoor moet u wel wat doen. U moet ten minste 1.225 uren in het kalenderjaar besteden aan uw onderneming. Het gaat om alle uren, niet alleen gefactureerde tijd. Maar u moet ze wel goed bijhouden. Hoe doet u dat?

De makkelijke weg, achteraf globaal een urenadministratie maken, gaat bij de rechter vaak mis. Onlangs zag een ondernemer die piano’s reviseerde bij de rechter zijn ondernemersaftrekposten in rook opgaan. Volgens de rechter kan een achteraf opgestelde urenadministratie in beginsel bijdragen aan het bewijs. Maar niet als de werkzaamheden slechts per soort activiteit getotaliseerd per jaar in het urenoverzicht staan.

Tip: U doet er goed aan de uren met omschrijving dagelijks te noteren. Bij voorkeur noteert u elke dag per ondernemersactiviteit de begin- en eindtijd. Dat vraagt nogal wat discipline, maar u verdient er dan ook duizenden euro’s fiscaal voordeel mee.

Source: Nieuws

Uw kinderen op de loonlijst

Werken uw kinderen (tijdens de vakantie) mee in uw bedrijf? Dan kan het interessant zijn ze een salaris te betalen. Uw bedrijf heeft een aftrekpost. En de kinderen kunnen de ingehouden loonbelasting door de werking van heffingskortingen vaak terugvragen. U moet loonbelasting afdragen over het salaris. Maar voor medewerkende kinderen is dat heel simpel.

U hoeft namelijk maar een maal per jaar aangifte te doen. Vooraf vraagt u een speciaal loonheffingennummer aan. Er gelden uiteraard enige voorwaarden. Zo moet het kind tenminste 15 jaar oud zijn en tot uw huishouding behoren.

Source: Nieuws