Berichten

Hennepplanten thuis: reden voor ontslag?

De politie doet een inval in het huis van de conciërge van een middelbare school en vindt een kweekbak met 47 hennepplanten. De conciërge wordt drie dagen voor verhoor vastgehouden. Daarna meldt hij zich bij de werkgever en biecht de situatie op. De school doet vervolgens een ontslagaanvraag wegens verwijtbaar handelen. Er kan immers bij ouders beeldvorming ontstaan dat de school niet de veilige omgeving biedt die zij voor hun kinderen wensen. De conciërge gaat in verweer. Het is volgens hem een incident in zijn privésfeer.

De kantonrechter geeft de school gelijk. Ouders mogen er van uitgaan dat de conciërge van een middelbare school zich niet bezighoudt met het kweken van hennep (boven de toegestane hoeveelheid). Rechters oordelen vaker dat bepaalde privégedragingen tot verwijtbaar handelen in de arbeidsrelatie leiden. Er vindt een afweging plaats tussen de activiteiten en de maatschappelijke positie van de werkgever en het (privé)belang van de werknemer. De uitkomst is niet altijd voorspelbaar.

Source: Nieuws

Leveranciers wel betalen, fiscus niet?

Bart is directeur van Bart BV. Het gaat slecht met Bart BV. Er zijn grote betalingsachterstanden. Bart moest de laatste maanden kiezen tussen het betalen van leveranciers of de Belastingdienst. Hij heeft, in verband met het voortbestaan van zijn bedrijf gekozen voor leveranciers. De Belastingdienst stelt hem privé, als bestuurder, aansprakelijk voor achterstallige belastingschulden. Gesteld wordt dat sprake is van kennelijk onbehoorlijk bestuur door bij voorkeur de leveranciers te betalen.

Volgens de rechtbank is dat op zichzelf nog geen argument voor kennelijk onbehoorlijk bestuur. Een paar maanden waren de positieve resultaten zodanig dat Bart ervan mocht uitgaan  dat de BV de belastingschulden die in die maanden ontstonden zou kunnen betalen. Voor deze tijdvakken kan dan niet worden gezegd dat Bart wist of redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de handelwijze van Bart BV tot gevolg zou hebben dat belastingschulden onbetaald zouden blijven. In zoverre vervalt de aansprakelijkstelling.

Source: Nieuws

Vragen over de afschaffing van de VAR

De Belastingdienst heeft 25 vragen en antwoorden gepubliceerd over de afschaffing van de VAR. Ze zijn bedoeld om opdrachtgevers en opdrachtnemers duidelijkheid te verschaffen over komende periode. Op 1 mei aanstaande vervalt de VAR immers en op 1 mei 2017 gaan de nieuwe regels voluit werken. De tussenliggende periode geldt als gewenningsperiode. Er is veel onzekerheid.

De belastingdienst gaat in op het waarom, wat, hoe, wie en wanneer van de veranderingen.

Vragen en antwoorden VAR 2016

Source: Nieuws

Administratie van geschatte kilometers

De BV van Ferdinand beschikt over een BMW en twee Audi’s. Het privégebruik van de BMW wordt maandelijks voor de loonheffing bijgeteld. Ferdinand rijdt ook in de Audi’s, maar daarvoor wordt niets bijgeteld. De Belastingdienst legt een naheffingsaanslag op van ruim € 30.000 plus boete. Ferdinand houdt vol dat hij de Audi’s alleen zakelijk gebruikt. Hij heeft een kilometeradministratie. Na iedere werkdag noteert hij de naar schatting gereden kilometers. Wat oordeelt de rechter?

Volgens de rechter houdt Ferdinand in zijn kilometeradministratie ten onrechte rekening met geschatte of met de routeplanner berekende afstanden in plaats van de primaire gegevens zoals werkelijke kilometerstanden. De op tankbonnen genoteerde kilometerstanden sluiten niet aan bij de administratie. Bovendien zit er wel erg veel variatie in het brandstofverbruik. De naheffing blijft in stand. Ferdinand weet de rechter er wel van te overtuigen dat hij echt dacht dat zijn manier van administreren correct was. Daarom vervalt de boete. 

Source: Nieuws

Broer fiscaal slachtoffer van moederliefde?

Moeder Thea (82) heeft in de loop der jaren geld geleend aan haar ondernemende, maar verre van succesvolle zoon Ruud. Haar andere zoon, Bert, is minder ondernemend en had geen leningen van moeder nodig. Thea overlijdt. Ruud en Bert zijn de erfgenamen. Tot de nalatenschap van Thea behoort een vordering van € 725.000 op Ruud.  Bert beweert dat de vordering helemaal niets waard is. Hij wil er absoluut geen erfbelasting over betalen. De Belastingdienst denkt daar anders over.

Bij de rechter komt vast te staan dat Ruud altijd heeft geweigerd om af te lossen. Hij had ook geen zekerheden gesteld, hoewel hij daartoe wel verplicht was. Ten tijde van het overlijden en daarna is gepoogd de vordering te innen, maar zonder succes. Inmiddels was ook de BV van Ruud failliet verklaard. De Belastingdienst beweert dat er desondanks altijd wel een koper voor de vordering te vinden is. Dat gelooft de rechter niet. Bert krijg volledig gelijk.

Source: Nieuws

Politie-inspecteur fiscale luchtfietser

Ron is politie-inspecteur en staat daarnaast ingeschreven bij de Kamer van Koophandel als ‘freelance docent/instructeur/examinator voor het politie-onderwijs’. Op zijn 49e begint hij aan een opleiding tot piloot. De verwachting is dat hij die in 2016 kan afronden. Twee jaar na de start van de opleiding breidt hij bij de Kamer van Koophandel de omschrijving van zijn bedrijf uit met ‘freelance examinator en instructeur voor de luchtvaart’. De kosten van de vliegopleiding en overige vliegkosten trekt hij in zijn aangifte inkomstenbelasting af als ondernemingskosten. Ook de BTW in de facturen van de opleiding trekt hij af. Gaat dat goed?

Na een belastingcontrole krijgt Ron correcties van de afgetrokken kosten en BTW. Van een reële verwachting om als zelfstandig piloot substantieel inkomen te gaan verwerven is geen sprake. Zo oordeelt ook de rechter. Daarnaast vond de rechter het van belang dat Ron een goede baan heeft, dat de markt voor commerciële piloten krap is, en dat Ron niet eens marktonderzoek had gedaan. Kortom, volgens de rechter was sprake van fiscale luchtfietserij om een dure hobby te bekostigen.

Source: Nieuws

Slapende medewerker of transitievergoeding?

Een werkgever mag een zieke werknemer in beginsel gedurende twee jaar niet ontslaan. Na twee ziektejaren hoeft de werkgever geen loon meer door te betalen. Bij ontslag na twee jaar, na toestemming van het UWV, heeft de werknemer wel recht op een transitievergoeding. Deze kan oplopen tot € 76.000. Kun je als werkgever na twee ziektejaren het dienstverband van een werknemer ’slapend’ laten doorlopen?

Een werknemer die dit overkwam ging naar de rechter en eiste ontbinding van haar arbeidsovereenkomst, een transitievergoeding en daarnaast een billijke vergoeding. Volgens haar was het in strijd met de wet en goed werkgeverschap om op deze manier de wettelijke transitievergoeding te omzeilen.

De rechter vindt het niet zo netjes van de werkgever, maar niet ernstig verwijtbaar. Daarom ontbindt hij wel de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding, maar kent de vergoedingen niet toe.

Let op: rechtspraak over de nieuwe regelgeving is in ontwikkeling. Raadpleeg daarom altijd eerst een deskundige.

Source: Nieuws

Ontslag met wederzijds goedvinden

Voor ontslag met wederzijds goedvinden geldt een wettelijke bedenktijd van twee weken. Als u als werkgever de werknemer niet binnen twee werkdagen na zijn instemming met de beëindiging wijst op deze bedenktijd, dan geldt zelfs een bedenktijd van drie weken.  Tot zover de regels. Maar nu de praktijkvraag: wanneer begint de termijn te lopen? Wanneer is sprake van instemming?

De nieuwe regels per 1 juli 2015 komen via rechterlijke uitspraken tot leven. In dit geval mailde de advocaat van werknemer op 21 september 2015 dat zijn cliënt akkoord ging met de aangepaste beëindigingsovereenkomst. De werknemer was tijdig gewezen op zijn bedenktijd. Op 28 september werd de overeenkomst getekend. En op 9 oktober 2015 bedacht de werknemer zich. Te laat?

De kantonrechter knoopt niet aan bij het moment van juridische overeenstemming (21 september) maar bij het moment van ondertekening (28 september) van de overeenkomst. De werknemer is in dit geval nog op tijd.

Let op: deze ene uitspraak is niet maatgevend. Het verdient aanbeveling in de beëindigingsovereenkomst zelf op te nemen dat de bedenktijd na ondertekening gaat lopen.   

Source: Nieuws

Schenking van woning of koopsom?

Martine en Joost kopen een huis van Henk, de vader van Martine. De koopsom is € 250.000. In de transportakte verklaart Henk € 40.000 van de koopsom kwijt te schelden. De Belastingdienst constateert dat de WOZ-waarde van het huis € 258.000 is en legt een aanslag schenkbelasting op. De redenering is als volgt. Het huis is onderwerp van een samenstel van rechtshandelingen, overdracht en kwijtschelding. Voor de schenkbelasting geldt volgens de wet de WOZ-waarde als grondslag. Daarom is er dus eigenlijk € 8.000 meer geschonken. Martine en Joost laten het er niet bij zitten en gaan naar de rechter.

De hoogste rechter stelt Martine en Joost in het gelijk. In de transportakte van het huis wordt van de koopsom € 40.000 kwijtgescholden. Dat betekent echter niet dat de woning ineens object van de schenking is. Vastgesteld is dat de koopprijs van de woning gelijk is aan de werkelijke waarde ten tijde van de overdracht. Overdracht van een woning aan een kind tegen de werkelijke waarde vormt geen schenking. De WOZ-waarde speelt dus geen rol.

Source: Nieuws

Weer kantonrechtersformule bij ontslag

Was de kantonrechterformule niet per 1 juli 2015 afgeschaft? Jazeker. Volgens een kantonrechter kan deze formule echter nog steeds als leidraad gelden bij het vaststellen van een billijke vergoeding. Een werkgever was eerst veroordeeld om een geschorste werknemer weer tot het werk toe te laten. Dat ging niet van harte. De man kreeg een bureau aan het einde van de gang waar de telefoon niet ging en de computer niet werkte. Vervolgens vroeg de werkgever ontslag aan op grond van een verstoorde arbeidsrelatie.

De kantonrechter ontbond de overeenkomst en kende daarbij de sinds juli 2015 verplichte transitievergoeding toe. De rechter had verder weinig waardering  voor de werkwijze van de werkgever. Daarom kende hij naast de transitievergoeding een billijke vergoeding voor de werknemer toe. De nieuwe wet biedt deze mogelijkheid, maar kent hiervoor geen vaste maatstaf. In dit geval hanteerde de rechter de oude kantonrechterformule. Let op: iedere rechter is vrij in het al dan niet bepalen van (de hoogte van) een billijke vergoeding.

Source: Nieuws