Raamovereenkomst niet toereikend voor VAR-WUO
Een zorgverleenster verleent thuiszorg via vier zorgaanbieders en een bemiddelingsbureau. Zij verzoekt de inspecteur om haar een VAR-WUO te geven, maar zij krijgt een VAR-loon. Dat is terecht, volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zorgverleenster maakt onvoldoende aannemelijk dat zij voldoende zelfstandigheid heeft ten opzichte van haar opdrachtgevers. Daar doet niet aan af dat zij met één van de opdrachtgevers een op 1 juni 2015 goedgekeurde raamovereenkomst heeft gesloten. Dit is onvoldoende om een VAR-WUO af te geven voor al haar zorg-in-naturawerkzaamheden.
Commentaar
Hoewel de raamovereenkomst recent is goedgekeurd door de ministeries van Financiën en VWS, leidt dit dus niet tot zekerheid voor alle werkzaamheden van de zorgverleenster. En dit is ook het probleem dat blijft bestaan bij het systeem van modelovereenkomsten dat de VAR per 1 januari 2016 gaat vervangen. De goedgekeurde modelovereenkomst biedt voor de opdrachtnemer namelijk geen zekerheid voor de inkomstenbelasting. Er wordt alleen beoordeeld of de opdrachtgever loonheffingen moet inhouden. Als dat niet hoeft, wil dat niet automatisch zeggen dat de opdrachtnemer winst uit onderneming heeft genoten voor de inkomstenbelasting.
Volgens het nieuwe systeem hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen in te houden bij een goedgekeurde modelovereenkomst, waarbij ook feitelijk volgens de afspraken van die modelovereenkomst wordt gewerkt. De opdrachtgever wordt medeverantwoordelijk voor de uitvoering van de modelovereenkomst. Nu (onder de VAR-regeling) is hij gevrijwaard van de inhouding van loonheffingen als de opdrachtnemer hem een VAR-WUO heeft overgelegd. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de VAR-WUO ligt bij de opdrachtnemer, tenzij de opdrachtgever weet dat de opdrachtnemer feitelijk in dienstbetrekking werkt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!