Nieuwe situatie zzp-ers

De afschaffing van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) is definitief. De VAR wordt vervangen door een ‘stempel’ van de Belastingdienst op een overeenkomst. Opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen per 1 mei 2016 werken op basis van modelovereenkomsten die de Belastingdienst heeft goedgekeurd en gepubliceerd. Als partijen zich ook volgens die overeenkomst gedragen, dan heeft de opdrachtgever vooraf zekerheid dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen.

De Belastingdienst blijft achteraf toetsen of partijen zich aan de overeenkomst hebben gehouden. Zo niet, dan kunnen alsnog sancties worden opgelegd.  Partijen kunnen ook hun eigen overeenkomst ter goedkeuring voorleggen aan de Belastingdienst. Verplicht is dat niet. De opdrachtgever blijft dan risico lopen op correcties achteraf.  

Van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 mogen ondernemers aan de nieuwe regels wennen. Ze kunnen hun contracten en werkwijze aanpassen aan de nieuwe modelovereenkomsten. Tot 1 mei 2017 houdt de Belastingdienst wel toezicht, maar treedt niet hard op, behalve in overduidelijke gevallen van fraude.

Source: Nieuws

Transitievergoeding voor werknemers na doorstart

Een ondernemer nam in 2014 een deel van de activiteiten van een failliete onderneming over. Hij nam in juni 2014 ook ex-werknemers van het failliete bedrijf in dienst op basis van tijdelijke arbeidsovereenkomsten voor drie maanden. De arbeidsovereenkomsten werden vervolgens allemaal met een jaar verlengd. Maar daarna niet meer. De nieuwe werkgever kon de activiteiten niet rendabel te krijgen. De vraag was of de werknemers, die slechts 15 maanden in dienst waren, recht hadden op transitievergoeding. De rechter oordeelde verrassend.

Sinds 1 juli 2015 geldt de transitievergoeding voor contracten langer dan 24 maanden. Dat geldt overigens niet bij einde van de arbeidsovereenkomst wegens faillissement. Maar in dit geval ging de nieuwe werkgever niet failliet. Volgens de rechter was hier sprake van opvolgend werkgeverschap. Daarom telden ook alle dienstjaren van voor 1 juli 2015 bij de vorige (failliete) werkgever mee. In plaats van een kosteloze beëindiging van tijdelijke contracten kreeg de nieuwe werkgever een onverwachte rekening van bijna € 250.000 aan transitievergoedingen.

Let dus (ook) op de arbeidsrechtelijke positie voordat u activiteiten en werknemers uit een faillissement overneemt.

Source: Nieuws

Beloning directeur-grootaandeelhouder

Sebastiaan is als juridisch adviseur werkzaam vanuit een eigen BV. De gedeclareerde omzet bedraagt afgerond € 200.000. Uit de BV ontvangt hij in dat jaar een salaris van € 60.000. De Belastingdienst vindt dat ongebruikelijk laag. Een naheffing loonbelasting volgt, over een gecorrigeerd salaris van € 110.000. Dat bedrag is bepaald met de afroommethode. De omzet van de BV werd verminderd met de kosten en met 10% voor winstmarge. Van hetgeen overbleef is op basis van de wet 70% genomen als gecorrigeerd salaris. Sebastiaan is ‘not amused’ en gaat in beroep.

Volgens de rechter past de Inspecteur de wet onjuist toe. De afroommethode komt pas aan bod als het niet mogelijk is een soortgelijke dienstbetrekking te vinden waarbij een aanmerkelijk belang (eigen BV) geen rol speelt. Sebastiaan motiveert zijn salaris met een landelijke salarisbenchmark, die voor de functie senior jurist in loondienst een salaris van € 82.000 vermeldt. Het salaris van Sebastiaan van € 62.000 is dus dik in orde. Het is immers hoger dan de wettelijke ondergrens van 70% van die € 82.000. De Belastingdienst wordt dus geheel teruggefloten en moet de proceskosten van Sebastiaan vergoeden.

Let op: In 2016 is het salaris van de directeur-grootaandeelhouder als hoofdregel minimaal het hoogste van volgende drie bedragen: (1) 75% van het loon voor de meest vergelijkbare werkzaamheden waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt, (2) het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van de BV waarvoor de DGA arbeid verricht of daarmee verbonden lichamen, en (3) € 44.000.

Source: Nieuws

Hoogste rechter keurt crisisheffing 2013 en 2014 goed

In 2013 en 2014 is een crisisheffing bij werkgevers neergelegd van 16% over het loon van een werknemer voor zover dat in het voorafgaande jaar (dus 2012 en 2013) meer bedroeg dan € 150.000. Werkgevers hebben daar massaal bezwaar tegen aangetekend. Beide maatregelen werden immers met terugwerkende kracht ingevoerd. Dat zou strijdig zijn met het recht op ongestoorde eigendom uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Diverse Nederlandse rechters hebben er hun oordeel over gegeven. Nu heeft de hoogste rechter uitspraak gedaan.

Er waren volgens de Hoge Raad voldoende specifieke en dringende redenen om de crisisheffing in 2013 met terugwerkende kracht in te voeren en in 2014 te verlengen. De Hoge Raad verwijst naar de ernst van de begrotingsproblemen en de noodzaak om in verband daarmee te komen tot een eenvoudige, goed uitvoerbare regeling. De keuze van de wetgever om (alleen) werkgevers van werknemers met een loon van meer dan € 150.000 te belasten met een extra heffing, valt volgens de Hoge Raad binnen de ruime beoordelingsmarge van de wetgever.

Let op: De procedure kan nog een vervolg krijgen in de vorm van een klacht bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Een definitieve uitspraak kan dan nog jaren op zich laten wachten.

Source: Nieuws

WOZ-waarde en prijs vergelijkingspand

Stel, u woont in de Begonialaan op nummer 5. De WOZ-waarde van uw huis wordt per 1 januari 2015 vastgesteld op € 345.000. Begin juli 2014 is Begonialaan 7 verkocht voor € 355.000. Maar de nieuwe buren hebben het pand pas begin maart 2015 op naam gekregen. Toen was hun huis ongeveer € 325.000 waard. Begonialaan 7 is precies hetzelfde huis, dus het ideale referentie-object voor de WOZ. De vraag is nu per welk tijdstip de waarde van het referentie-object relevant is voor uw WOZ-waarde. De hoogste rechter is hieraan te pas gekomen en geeft een duidelijke richtlijn.

De koopprijs geldt niet automatisch als de waarde op het tijdstip van de levering bij de notaris. Uit overwegingen van uitvoerbaarheid is dat anders als de woning is verkocht op basis van vrije opleverbaarheid per leveringstijdstip en niet meer dan drie maanden zijn verstreken tussen de totstandkoming van de koopovereenkomst en de levering. 

Er zijn bijzondere omstandigheden denkbaar binnen die drie maanden, waardoor de verkoopprijs niet de waarde op het tijdstip van levering representeert. Degene die zich op dergelijke omstandigheden beroept, moet dat dan bewijzen.

Wat betekent deze richtlijn voor het voorbeeld? Dat de WOZ-waarde eerder rond de € 325.000 ligt dan op € 355.000. Tussen de verkoop en de levering van Begonialaan 7 lag immers meer dan drie maanden.

Tip: Binnenkort ontvangt u uw nieuwe WOZ-beschikking. Het is verstandig deze te (laten) controleren.

Source: Nieuws

VOF met de eigen BV

Wilbert is directeur en enig aandeelhouder van Wilbert Metaal BV. In de loop van september 2011 brengt de BV het bedrijf in een VOF met Wilbert in, en wel met terugwerkende kracht tot 1 januari van dat jaar. Kan dat fiscaal zomaar? Ja, op basis van een goedkeuring kan dat. Wilbert werkt intussen flink door. Vanaf 1 juli 2011 besteedt hij 1325 uren aan werkzaamheden voor de nieuwe VOF. Dat is meer dan de ondergrens van 1.225 uur per kalenderjaar voor de zelfstandigenaftrek. In zijn aangifte inkomstenbelasting over 2011 claimt Wilbert daarom zelfstandigenaftrek. Tot zijn stomme verbazing, en die van zijn adviseur, weigert de Belastingdienst deze aftrekpost. Hoe loopt het af?

De Belastingdienst stelt dat de terugwerkende kracht gericht zou zijn op ‘incidenteel fiscaal voordeel’ en dat daarom van zelfstandigenaftrek geen sprake kan zijn. De Rechtbank is het daar niet mee eens. Er is juist sprake van een permanent voordeel. Wilbert is immers ondernemer voor de inkomstenbelasting geworden met alle daaraan verbonden voor- en nadelen. De Inspecteur heeft het volgens de rechtbank niet goed begrepen. Als toepassing van de zelfstandigenaftrek incidenteel fiscaal voordeel zou betekenen, dan zou de hele goedkeuringsregeling die terugwerkende kracht toestaat, zinloos zijn. Kortom: Wilbert krijgt bij de Rechtbank alsnog zijn zelfstandigenaftrek. In 2011 bedroeg deze (inclusief startersaftrek) maximaal € 11.607. In 2016 is dat € 9.403. 

Tip: Als u nu vanuit een BV opereert, kan het voordelig zijn om de activiteiten in een VOF met de BV te gaan uitoefenen. Laat u hierbij goed adviseren.

Source: Nieuws

Woon-winkelpand deels privé?

Een drogist koopt met zijn vrouw een winkel met bovenwoning. Ze wonen boven, beneden is de drogisterij. Juridisch is het pand één geheel. Het pand en de hypothecaire lening worden in de aangifte verwerkt als ondernemingsvermogen. Een jaar later, na een privé-verhuizing, wordt de bovenwoning verhuurd. De huur is onderdeel van de winst uit onderneming. Zeventien jaar later gaat het drogistenechtpaar met pensioen. De onderneming wordt gestaakt. In de laatste winstaangifte nemen ze niet de boekwinst op de bovenverdieping op. Ze zijn achteraf van mening dat de bovenverdieping altijd, verplicht, privévermogen is geweest. De Belastingdienst denkt daar anders over. Meerdere rechtszaken volgen.

De rechter stelt de Belastingdienst in het gelijk. Het betrof een koppelaankoop met een zakelijk motief. In dat geval is het woongedeelte in beginsel keuzevermogen, geen verplicht privévermogen. Men kan er voor kiezen om het woongedeelte  als ondernemingsvermogen aan te merken. Die keuze ligt vast als de aangifte waarin de keuze is gemaakt definitief vaststaat. In dit geval was het dus niet mogelijk om terug te komen op een keuze van 18 jaar geleden.

Let op: slechts in uitzonderlijke gevallen is het mogelijk om met terugwerkende kracht privé gebruikte delen van panden ‘van de balans’ te halen. Als u een pand aanschaft dat u zakelijk en privé gaat gebruiken, bespreek de mogelijkheden en gevolgen dan goed met uw adviseur. 

Source: Nieuws

Verbod privégebruik bestelauto onvoldoende

Een bedrijf stelde aan werknemers bestelauto’s ter beschikking. Met de werknemers is schriftelijk een verbod op privégebruik van de bestelauto’s overeengekomen. De werkgever liet daarom een bijtelling voor privégebruik achterwege. Na een belastingcontrole werden echter correcties opgelegd over vier kalenderjaren met boete en rente. Waarom?

De bijtelling kan inderdaad bij een verbod op privégebruik achterwege blijven indien dat verbod schriftelijk is vastgelegd. Maar in de regeling staat ook dat de werkgever voldoende toezicht moet houden op dat verbod en passende sancties moet opleggen als het verbod wordt overtreden. De werkgever moet ook van dat toezicht en de handhaving daarvan, bij de rechter, bewijs kunnen leveren. Als bewijs is de stelling dat de werknemers hard werken en lange dagen maken, zodat er geen ruimte is voor ‘uitjes’, veel te mager. Zo blijkt uit een recente uitspraak.

Tip: leg vast hoe en wanneer toezicht op het verbod op privégebruik wordt uitgeoefend en, indien van toepassing, hoe en wanneer sancties op overtreding van het verbod worden opgelegd.

Source: Nieuws

Bestelauto met meer gebruikers

Een steigerbouwer maakt voor twee bestelauto’s gebruik van de regeling waarbij de werkgever de bijtelling privégebruik afkoopt voor € 300 per auto per jaar. Dat kan bij doorlopend afwisselend gebruik. Naast de twee vaste bestuurders maken ook anderen zakelijk gebruik van de busjes. Maar de vaste bestuurders nemen de busjes mee naar huis en privégebruik is toegestaan. De bestuurders houden vanwege de toegepaste afkoopregeling geen kilometeradministratie bij. Een boekenonderzoek leidt tot een naheffingsaanslag van € 36.000 met € 14.000 boete. De steigerbouwer gaat naar de rechter.

De vraag is of de afkoopregeling bij doorlopend afwisselend gebruik terecht is toegepast. Volgens de rechtbank is dat niet het geval. Feitelijk zijn de busjes aan de vaste bestuurders ter beschikking gesteld. Bijkomstig privégebruik door andere werknemers is geen beletsel om het autokostenforfait volledig bij hen te belasten.

De boete wordt wel vernietigd. De afkoopregeling is onder meer bedoeld om problemen rond de kilometeradministratie te voorkomen. Problemen die ook hier zouden spelen omdat ook collega’s van de auto’s gebruik maakten. Het onjuiste standpunt om de regeling toe te passen, was daarom pleitbaar.

Source: Nieuws

Watervrije werkruimte aan huis

Een man-vrouwfirma houdt kantoor in de eigen woning. Vanuit het kantoor worden de werkzaamheden verricht en wordt het inkomen van de onderneming verworven. Het kantoor beschikt over een toilet met wasbak en kraantje, en een aftapkraantje van de waterleiding. Er is geen eigen ingang, maar wel een eigen bel bij de voordeur. Maar er is geen keukenblokje, watervoorziening of waterafvoer. De kosten van de werkruimte worden in de aangifte inkomstenbelasting ten laste van de winst gebracht. De Belastingdienst accepteert de zakelijke huisvestingskosten niet omdat geen sprake zou zijn van een zelfstandig gedeelte van de woning. Wat besliste de rechter in hoger beroep?

Volgens de rechter is in dit geval inderdaad geen sprake van een naar verkeersopvatting zelfstandig gedeelte van een woning. Wel in aftrek komen de energielasten van de computerapparatuur, telefoons en printers in het kantoor die ondernemingsvermogen vormen.

Tip: het kan interessant zijn uw kantoorruimte aan huis administratief af te splitsen en op de balans van de onderneming te zetten. Deze maakt dan geen deel uit van de eigen woning. Ook zonder watervoorziening kunt u dan de kosten aftrekken. Nadeel is dat de waardestijging die bij verkoop aan het kantoor is toe te rekenen belast wordt.

Source: Nieuws